zaterdag 15 februari 2025

ALGEMENE INFORMATIE

Poëzie-uitgeverij WEL was, inclusief voorperiode, actief van 1971 tot 2022 en publiceerde ruim 100 gedichtenbundels en bloemlezingen. Vanaf maart 1976 vonden alle bezigheden, steeds uitgevoerd door vrijwilligers, plaats onder de verantwoordelijkheid van Stichting Literair Gezelschap WEL.

Gedurende de eerste jaren verschenen er vrijwel alleen debuutbundels. Bekend geworden dichters als Johanna Kruit, Victor Vroomkoning en Rogi Wieg zagen bij WEL hun eerste uitgaven verschijnen. Van veel dichters verschenen echter meerdere titels.

Van meet af aan was het beleid ook gericht op Vlaamse dichters, een streven dat vergemakkelijkt werd omdat de redactie in Tilburg en, verreweg het langst, in Bergen op Zoom was gevestigd, plaatsen die centraal in het Nederlands taalgebied liggen.
Mede hierdoor kwamen Philippe Cailliau, Erik Heyman en Frank Pollet in het fonds.

De stichting werd opgeheven omdat er geen geschikte opvolgers werden gevonden voor de aftredende bestuursleden.

Meer informatie volgt.





DE VOORGESCHIEDENIS: 1971-1973


Door Albert Hagenaars


In december 1971 verscheen in de in West-Brabant verspreide krant Brabants Nieuwsblad (later opgegaan in de combinatie BN/De Stem) een oproep aan de lezers een ‘dichtsel van eigen hand ter publicatie op te sturen’. Enkele dagen later al werden twee gedichten van de 21-jarige, in Tholen wonende Frans Mink afgedrukt, die hiervoor het pseudoniem De Enige gebruikte: 1) 'Maandag' en 2) 'Sportbericht' alsmede het in 1970 geschreven aforisme: vele pogingen / om het roken te laten / gaan in rook op.

Na herhaalde verzoeken van het publiek bood ook het eenmaal per week verschijnende Stadsblad, in het voorjaar van 1972, haar lezers de gelegenheid ‘hun gedichten die meestal alleen aan henzelf bekend zijn’ te publiceren in de rubriek Spuigat.’ Wederom verschenen enkele teksten van De Enige.

Op 25 juli 1972 stond in de plaatselijke pers het volgende bericht: "We kunnen melden dat Bergen op Zoom een jeugdige dichter rijker is. Hij heet Bert Bevers, woont Vijverberg 24 en heeft een bundel samengesteld onder de titel Berichten Uit Een Doolhof. De uitvoering is zeer eenvoudig, de inhoud bijzonder opmerkelijk voor een jongeman van zijn leeftijd."

Op 3 augustus van datzelfde jaar verscheen vervolgens in het Brabants Nieuwsblad onder de kop ‘Scholier ontpopt zich als dichter’ een uitgebreider artikel, waaruit het volgende fragment:

"Sinds ongeveer anderhalf jaar houdt Bert Bevers (18 jaar, leerling Havo eindexamenklas op de Rijks) zich serieus bezig met het schrijven van gedichten. Enkele weken geleden bracht hij zelf zijn eerste bundel uit, getiteld Berichten Uit Een Doolhof. Hoewel hij reeds diverse malen zijn medewerking verleende aan schoolkranten en dergelijke is dit voor hem toch zijn eerste officiële naar buiten treden met zijn gedichten. Over het algemeen noodzaken de gedichten in de bundel de lezer tot enkele malen herlezen, soms begrijpt men dan nog niet de juiste bedoeling. Hij zelf zegt hierover: “Gedichten moeten aanspreken, ik kan zelf ook niet alles verklaren. Het komt zó bij me op. Je krijgt een bepaald beeld, dat je later niet meer met oorspronkelijke beeld kunt associëren. Het waarom blijft me bij, bepaalde beelden staan sterk in verband met elkaar. Het hoe weet ik vaak zelf niet. De vorm van het ontstaan van de gedichten is wel persoonlijk, de gedichten zijn op twee na echter helemaal niet persoonlijk bedoeld.”
Op de titelpagina van de in stencil uitgebrachte bundel haalt Bert een uitspraak van Archibald Macleish aan: "A poem should not mean but be". Hoewel hij deze uitspraak pas las toen de bundel vrijwel klaar was, blijkt hij toch van dezelfde idee uit te gaan. Tot nu toe was het alleen aan zijn vrienden bekend, dat hij schreef. Door de uitgave van de bundel is het mogelijk dat ook een breder publiek kennis kan nemen van zijn werk. De bundel is namelijk vrijwel tegen kostprijs van f 1,- te koop bij Bert thuis. Wanneer Bert zijn eindexamen heeft behaald wil hij Nederlands gaan studeren, daarna is het zijn bedoeling les te gaan geven; het lijkt hem de mooiste manier om hobby en werk te kunnen combineren."

Bij het artikel werd uit de debuutbundel het gedicht 'Naam' afgedrukt.

Frans Mink en Bert Bevers, die zich elk ook nog met beeldende kunst bezighielden, móesten elkaar wel ontmoeten. Dit gebeurde al enkele maanden later, op een expositie van Bert Bevers in de achterkamer van het huis Zuidzijde Haven 21 A in Bergen op Zoom, waar zich de toenmalige Galerie De Trap bevond.

Bevers’ eerste bundel was inmiddels, vooral door een goede verkoop op de plaatselijke braderie, al uitverkocht. Daarom durfde hij het aan om ter gelegenheid van de expositie in De Trap Op met zijn tweede bundel te komen: 'Drinken Van Duisternis'.
Het merkwaardige was dat het boekje meteen de eerste titel in een poëziereeks was, de zogenaamde Poëzieklus. Hier lig dus duidelijk een aanzet tot continuïteit, ook al verscheen er daarna nog slechts één ander boekje in die reeks: 'Het Gezwel Laat Zich Groeten' van de in Nieuw-Vossemeer wonende Jan Lanen, een goede vriend van Bert Bevers.

Het resultaat van de ontmoeting van Bert Bevers en Frans Mink was vruchtbaar want in december van nog steeds datzelfde jaar 1972 hield ook Frans Mink een expositie in Galerie De Trap op. Bovendien verscheen kort hierna zijn in eigen beheer uitgebracht debuut 'Opruiming, nu f 1,99'.

Brabants Nieuwsblad besteedde aandacht aan deze expositie. Uit een artikel: "Frans Mink (22), in het dagelijks leven etaleur bij V&D te Roosendaal en wonend in Tholen, is de verzorger van de 6e expositie in galerie De Trap op. Hij stelt zijn collages tentoon en een deel van zijn gedichten. Helaas is zijn verzenbundel Opruiming, Nu f 1,99 niet op tijd gereed gekomen om die aan zijn verzameling toe te voegen. Frans Mink, oorspronkelijk uit Roterdam, was op de Ulo een zo weinig belovende leerling, dat hij zakte voor zijn einddiploma. De voornaamste reden voor zijn gebrek aan studievorming was toen al zijn grote interesse voor eigen schrijf- en collagewerk. // Wat zijn gedichten betreft, heeft hij zich laten inspireren door o.m. Cees Buddingh’, wat wil zeggen, dat hij gemakkelijk ernstige zaken relativeert en er soms mee spot, zonder overigens de diepgang van zijn voornaamste leermeester te bereiken. Wellicht is hij daarvoor nog te jong."

Omstreeks de jaarwisseling 1972-1973 werd in de ruimte van de hulpverlenende instantie Sosjale Joenit, Potterstraat 22 te Bergen op Zoom, door een aantal mensen, vrijwel allemaal scholieren, besloten tot een algemeen cultureel blad voor de stad en omstreken. De naam daarvan werd WEL, bedoeld als ‘bron’ en ook als het tegengestelde van ‘niet’. De naam is dus geen afkorting, zoals regelmatig wordt gedacht. Het eerste redactie-adres was bij Frans de Looij thuis, Bredasestraat 12, in het centrum van de stad.

Het eerste, gestencilde, nummer verscheen eind maart 1973 in een oplage van 200 exemplaren op A-4 formaat en telde 70 pagina’s. De omslag toonde een bron en een kroontjespen, die gestileerd in elkaar pasten, alsof de pen in de bron gedoopt werd en die tegelijkertijd zelf creëerde. Dit ontwerp was van Peter van Tilburg en zou later, lichtelijk gewijzigd en sterk verkleind, het vignet van de uitgeverij worden.
Namens alle medewerkers (genoemd werden: Bert Bevers, Maty Buuron, Herman Elseman, carien Gieles, Willem Hesling, Roelof Hey, Frans de Looij, Maarten Pedroli, Peter van Tilburg, Kees Ulenkate en Adrie van Zielst), zei woordvoerder Kees van Wijk in zijn voorwoord:

"Het blad dat u nu voor het eerst zit te lezen, draagt de naam WEL. Het is opgezet door een aantal, merendeels jongere mensen met de bedoeling een tijdschrift, primair gericht op Bergen op Zoom en omgeving uit te geven, waarin essays, gedichten, verhalen (proza) en grafisch werk zullen worden opgenomen. De essays kunnen zowel op de situatie van Bergen en omgeving betrekking hebben (we denken hierbij aan de aktiviteiten van de derde-wereldwinkel, de BLB ofwel Behoud Leefbaar Bergen, de Sosjale Joenit, het Kreatief Centrum etc.) alsook op het gebied van kultuur, politiek en maatschappij in het algemeen. Het is vooral onze bedoeling zoveel mogelijk de kreativiteit te stimuleren en daarbij iedereen aan te sporen een bijdrage aan WEL te leveren. We doen dit, omdat we van mening zijn, dat een blad als dit hier bestaansrecht heeft. Er wordt gewerkt op non-profitbasis, dat betekent heel eenvoudig zonder winstbejag, zodat we er in tegenstelling tot praktisch alle andere bladen helemaal niets aan verdienen. We doen dit op non-profitbasis, omdat dit volgens ons het beste overeenstemt met het karakter van het blad, zoals wij da ons voorstellen. Daarom kunt u WEL kopen tegen de zeer lage prijs van twee gulden. Hierdoor kunnen zoveel mogelijk mensen bereikt worden en wordt aan iedereen de kans geboden dit blad te kopen. Het is onze opzet, dat WEL tweemaandelijks zal verschijnen. Het spreekt, dachten wij, vanzelf, dat enkel en alleen de auteur van een bepaald stuk (en niet allen die aan het blad meegewerkt hebben) verantwoordelijk is voor de inhoud en strekking van zijn werk. We bedanken tenslotte al degenen die het financieel mogelijk gemaakt hebben dat WEL van start kan gaan."

Naast allerhande artikelen, o.a. over de aanleg van een tweede nationale luchthaven in West-Brabant, waren er literaire bijdragen in de vorm van poëzie van respectievelijk: Jan Lanen, een zekere Renee, Adrie van Zielst, Frans Maas, Jennie van de Vliet, Anton van Geffen en Bert Bevers, proza van Adrie van Zielst en Herman Elseman en een bespreking van ‘Huizen Zonder Vader’ van Heinrich Böll door Kees van Wijk.
Een van de reacties van de pers: "…Het moet ons overigens wel van het hart, dat op een enkele uitzondering na, de teneur van de bijdragen aan de pessimistische kant is. Blijkbaar beschouwen de jongeren de lichtzijde van het leven als een verleiding waar je absoluut niet aan toe mag geven."

WEL 2 verscheen, eveneens in een oplage van 200 exemplaren, in juli van hetzelfde jaar. Aan de lijst van medewerkers was voor de lay-out de naam van Rob Bouterse toegevoegd.

Kees van Wijk in zijn voorwoord:
"Uit reakties bleek, dat veel mensen het eerste nummer van WEL nogal onsamenhangend vonden, er stonden naar verhouding teveel gedichten in en te weinig verhalen en goede theoretische artikelen. De opzet op zichzelf werd wel gewaardeerd maar het was niet duidelijk wat WEL nu eigenlijk inhield; veel mensen konden zich er in ieder geval geen beeld van vormen. Hierbij kwam nog dat de kwaliteit van het stencilwerk over het algemeen vrij slecht was. We hebben geprobeerd deze fouten in het tweede nummer te voorkomen, alles is veel kritischer bekeken en duidelijker gerubriceerd; het vage en onsamenhangende karakter van het eerste nummer is door ons zoveel mogelijk vermeden. // Wat het karakter van het blad betreft, dit kan van tevoren niet vastgelegd en bepaald worden, het karakter van WEL moet uit ieder nummer opnieuw naar voren komen; het karakter van het blad groeit en verandert met iedere nieuwe WEL, dat door de steeds wisselende kleur van de omslag gesymboliseerd wordt."

Deze keer bestaan de literaire bijdragen uit poëzie van Bert Bevers, Herman Elseman, Adrie van Zielst, Loquar, Jan Lanen, Frans Maas, Frans Mink en Dirk Hoogerwaard; proza van Adrie van Zielst en een bespreking van het Magisch realisme (o.a. over Marie-Madeleine Pioche de la Vergne , Meyrink, Johan Daisne en John Fowles) van de hand van Willem Hesling.

Een artikel in de krant maakte meldde: "Het resultaat is dat er toch nog veel gedichten in staan. Als je die bij elkaar optelt en daar de uitgebreide boekbespreking )over Gezonde Samenlevibg, Fromm) van Kees van Wijk bijtelt, blijft er voor de rest niet zoveel over. Wat weer geen reden is om WEL 2 ongelezen te laten. Er staat aardig wat informatie in op verschillend gebied (BLB, oude instrumenten, kernreactoren en, voor speciale liefhebbers van het kaartspel, Tarot). We willen alleen ons bezwaar van de vorige keer herhalen: waarom moet het allemaal zo loodzwaar zijn? ’t Is bekend, dat de jongeren van nu de tachtigers beschouwen als kwijlebabbels. Maar evengoed schrijft Herman Elseman in een van zijn gedichten: ‘De dromen zout geworden / na vervlogen tranen / de bonkaarde ademt / nostalgie onhoorbaar uit’. Goed, Kloos zou hier netjes komma’s en punten hebben gezet maar voor de rest had hij deze regels best voor zijn rekening durven nemen."

Van Bert Bevers was een maand eerder alweer de derde bundel uitgekomen, wederom in eigen beheer: 'De Eerste Horizon Voorbij'. Dit was tevens de eerste uitgave in off-setdruk.

Tijdens de door alle medewerkers bezochte vergadering voor WEL 3, ten huize van Adrie van Zielst, Meteorenlaan 32 te Bergen op Zoom, bleek het enthousiasme van de meeste jeugdige scribenten verdwenen. Daar kwam nog bij, dat een aantal geslaagd was voor de middelbare school en elders ging studeren en wonen. Alleen de literair geïnteresseerden, die waarschijnlijk al die tijd al de belangrijkste groep vormden, wilden doorgaan, op wat voor manier dan ook.

Het resultaat was, dat het project WEL doodbloedde en Bert Bevers, Frans Mink en Adrie van Zielst voorbereidingen troffen om een literaire uitgeverij op poten te zetten. Het contactadres Bredasestraat 12 bleef voorlopig beschikbaar.




vrijdag 7 februari 2025

CONTACT

Aanvullende informatie over WEL is voorlopig verkrijgbaar via Albert Hagenaars (voormalig redactie-secretaris):

a.hagenaars7@kpnplanet.nl





ALGEMENE INFORMATIE

Poëzie-uitgeverij WEL was, inclusief voorperiode, actief van 1971 tot 2022 en publiceerde ruim 100 gedichtenbundels en bloemlezingen. Vanaf ...